Wie in zijn eigen huis een Bed and Breakfast (B&B) drijft en daardoor minder ruimte privé kan gebruiken, kan deze gebruikskosten doorgaans niet aftrekken. Ook niet als de gastenverblijven uitsluitend worden gebruikt door betalende reizigers.
Een ondernemer die een B&B drijft, gaf bij haar belastingaangifte een gebruiksvergoeding op van bijna 13.000 euro voor het gebruik van twee verdiepingen in haar eigen woning voor de kortstondige verhuur aan gasten. De verhuurde kamers nemen iets meer dan de helft van het woningoppervlakte in beslag.
De fiscus was het niet eens met deze aftrekpost, zodat het conflict leidde tot een rechtszaak. De rechtbank Zeeland West-Brabant was het eens met de Belastingdienst en beriep zich daarbij op artikel 3.16. Daarin staat dat de kosten van een werkruimte – wat de B&B-ruimte tenslotte is – alleen aftrekbaar zijn als het gaat om een ‘naar verkeersopvatting zelfstandige gedeelte’ van de woning.
In de praktijk betekent dit dat de ruimte aan enkele concrete eisen moet voldoen. Zo moet de ruimte afzonderlijk te zijn verhuren aan derden. Daarvoor moet er een eigen wc zijn – waaraan de B&B-ondernemer wel voldoet – en een aparte entree – wat hier niet het geval is.
Gevolg in het bovengenoemde geval is dat de ondernemer de aftrekpost van bijna 13.000 euro moet schrappen en over dat bedrag alsnog inkomstenbelasting moet betalen.
Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl